Het uitkiezen van een vakantiebestemming is bij ons thuis altijd een hectische gebeurtenis. Reisgidsen, Websites, fotoboeken en folders, van alles wordt bekeken en besproken en de hele wereld wordt in gedachten bereisd. Wat wel opvalt, is dat we bijna altijd toch weer kiezen voor Azië. Ook in 2009. Door een collega werden we attent gemaakt op Namasté reizen. Een specialist in het organiseren van maatreizen. We kozen voor Sri Lanka. Sri Lanka biedt vele mogelijkheden op een kleine schaal en heeft een prachtige natuur, een indrukwekkende cultuur en niet te vergeten een ontzettend vriendelijke bevolking
Als u bij het lezen een foto aanklikt dan wordt deze vergroot. De foto′s kunnen vervolgens achter elkaar als diashow bekeken worden. Als u een link, bij voorbeeld: Namasté; aanklikt dan wordt deze geopend. Wanneer verwezen wordt naar de kaart van Sri Lanka, dan kan deze opgeroepen worden door de link: kaart aan te klikken.
De in het reisverslag opgenomen filmclips zijn HD opnamen. De clips worden geopend en kunnen bekeken worden in een apart venster dat vanzef opent als u op afbeelding met het pijltje klikt.
Om half 9 in de ochtend worden we door onze dochter Marjon en haar vriend Bram naar Schiphol gebracht. Op Schiphol drinken we met ons vieren nog een drankje en dan is het tijd voor het afscheid. Douane door, nog even een uurtje rondkijken in de tax free winkels en dan de lucht in voor een tussenstop in Londen. Keurig op tijd. Voor in het vliegtuig zien we een bekend gezicht. Prins Friso is een van onze mede passagiers.
In Londen hebben we een kleine 2 uur voor de overstap op het vliegtuig van Sri Lanka Airlines naar Colombo. De tijd blijkt ruim genoeg, ondanks het feit dat we op Heathrow airport van terminal 1 naar terminal 4 moeten wat een heel eind is! We rijden met de bus, waarin we de enige passagiers zijn. Alles komt erg omslachtig over maar er zal wel - door ons niet ontdekte - Engelse logica achterzitten. Het vliegtuig vertrekt keurig op tijd. Het is een lange vlucht van een uurtje of 10. Slapen lukt niet best, maar we zitten goed in een bijna vol vliegtuig. We hebben er zin in.
We arriveren op tijd in Colombo kaart. Als we het vliegtuig verlaten voelt/ruikt het al vertrouwd. Een soort van klammige warmte. We reizen dit jaar niet met een groep maar individueel met privé chauffeur. Onze chauffeur/gids staat al op ons te wachten. Het is een vrij jonge, vriendelijke man. Hij stelt zich voor als Sarath en haalt de auto. We rijden naar Negombo; onze eerste logeerplek.
In Negombo logeren we in Villa Aralya.
Bij het inchecken krijgen we een pot thee. De eigenaresse hier is een Nederlandse vrouw. Zij is met een Sri Lankaan getrouwd. We gaan even 2 uurtjes slapen want we zijn toch nog wel erg moe. Daarna eten we een tosti. Overigens regent het af en toe flink. Afgewisseld met zonneschijn.
Negombo ligt aan de kust en het hotel ligt vlak bij strand en zee. We maken onze eerste verkenningstocht. Op zee zien we de karakteristieke catamarans. Ook veel bootjes nog aan de wal. Overal zie je loslopende honden en zwerfkatten. Een sterilisatie programma zou in Sri Lanka geen kwaad kunnen! We drinken wat in een tentje aan het strand en lopen dan weer terug naar het hotel. Toch nog even snel een power nap. We zijn erg loom, maar dat is ook omdat we nog moeten wennen aan de warmte. Rond 7 uur dineren we in het hotel waar we vandaag de enige gasten zijn. Rijst en curry met verschillende gerechtjes. Sommigen wel een beetje erg spicy. De wijn is hier trouwens erg lekker! Na afloop drinken we nog een lekker glaasje wijn buiten op ons platje voor de kamer en gaan we niet al te laat naar bed.
Vrij vroeg de wekker gezet en naar het strand gelopen.
Vroeg in de ochtend is altijd veel bedrijvigheid in een vissersplaatsje als Negombo. Gekeken naar de bootjes en de vissers. Na een poosje terug naar het hotel. Even bij het zwembad gelegen. Tussen de middag toch weer wat moe. We denken door de (vochtige) warmte. We doen weer een dut. Na onze dut zitten we nog een poosje te lezen om vervolgens naar het stadje te vertrekken. We nemen de chuk chuk, lopen een poosje rond en drinken een kopje (lekkere!) Nescafé om vervolgens op smalle paadjes langs de vissershuisjes naar het strand te slenteren. Niet erg veel leven meer op dit tijdstip. We lopen weer verder tot een eettentje waar we een pannenkoek gaan eten, met een lekkere lassi. Uiteindelijk komen we terecht in King Coconut; een aanbevolen restaurant waar we lekker gegeten hebben. Heel bijzonder was het overigens nou ook weer niet. Buiten is tijdens het eten ondertussen een hevig onweer losgebarsten. We laten ons daarom het laatste stukje naar het hotel weer lekker met een chuk chuk vervoeren. Al met al was het een rustig dagje vandaag. Ik denk dat we morgen alle moeheid weer kwijt zijn, en klaar zijn voor het echte werk. De rondreis met onze chauffeur Sarath. We zijn benieuwd!
Vandaag de wekker op 6 uur gezet. Nadat we de koffers gepakt en onszelf opgefrist hebben zitten we om half 7 aan het ontbijt. Het ontbijt is trouwens erg lekker. Naar keuze een scrambled of gebakken ei, toast met boter en jam en veel vers fruit zoals passievrucht, ananas en papaya. Gelukkig is het droog. Sarath komt en rond half 8 vertrekken we.
Eerst stoppen we nog even bij de vissersbootjes van Negombo. We bekijken de visvangst. De vangst is magertjes. Ook hier hebben de locale vissers veel last van die grote Japanse Trawlers met hele fabrieken erop die voor de kust de vis wegkapen. Erg jammer voor de mensen hier.
We verlaten Negombo en rijden naar Pinnewela: het olifantenweeshuis kaart. De Olifanten gaan vandaag helaas niet baden in de rivier verderop in het dorp omdat het de laatste dagen veel geregend heeft. We genieten van de grote kudde olifanten die ergens bij een poel in het park aan het kliederen is. Vooral de kleintjes zijn vermakelijk; ze glibberen in de modder en hebben, zo lijkt het, veel lol. Ook met elkaar (zie filmpje).
Na het olifantenweeshuis rijden we verder. We maken een stop in Kurunegala waar Sarath met zijn familie woont. We worden gastvrij door de vader des huizes ontvangen. De moeder van Sarath en zijn vrouw zijn in de stad. Zijn vader is aan het werk; hij heeft indrukwekkende diesel machines in de schuur staan waarmee hij kokos olie uit de noten van de King Coconot tree perst. We krijgen heel lief een klein flesje mee om voor van alles te gebruiken( insmeren of haarverzorging) en drinken thee in het huis van de ouders.
Na de thee gaan we weer door. In de stad zien we nog even de vrouw van Sarath.
Een hele aardige vrouw lijkt ons. Ik denk dat vandaag wel de langste reisdag is. We hebben nog een flink eind te gaan. Onderweg houden we een lunch-stop en nog verschillende foto-stops. Het is erg luxe reizen zo, met de auto. Ingrid valt regelmatig in slaap, hoe leuk het ook is om naar buiten te kijken.
Rond 5 uur komen we aan bij het Palm Garden Village Hotel in Anuradhapura. Een sjiek hotel. Wat een luxe weer. We zitten aan een tafeltje en krijgen een vers sapje, terwijl Sarath de kamer voor ons regelt. Grote fraaie kamer en de faciliteiten om zelf koffie en thee te zetten. Hier houden we het wel 2 nachtjes uit! S’avonds uitgebreid en heel lekker gegeten. S’nachts geslapen als een os!
De dag begint met een uitgebreid ontbijt in het hotel. Sarath is keurig op tijd.
We hebben een lange rondgang in Anuradhapura (kaart) voor de boeg. Als eerste komen we langs een vijver vol lotus bloemen waar een mannetje in een vreemd vaartuig (zwemband of zo?) rond vaart. Hij verzamelt de lotus bloemen. Erg leuk gezicht dat bedrijvige mannetje tussen al die bloemen. Nou ja, tussen al die stelen, want de meeste bloemen heeft hij al geplukt.
Anuradhapura is de oudste stad van Sri Lanka en staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De heilige stad fungeerde lange tijd als hoofdstad van het koninkrijk Anuradhapura. Meer dan 12 eeuwen lang was deze koningsstad het machtscentrum waar politiek, cultuur, economie en religie samenkwamen. De schatten uit het verleden zijn bijzonder goed bewaard. Met de koninklijke tuinen, het paleis Mahasena en de prachtige tempels met enorme koepels is Anuradhapura net een groot oplenluchtmuseum!
Het is vandaag overal erg rustig. Vrijwel helemaal geen toeristen, maar qua locale bevolking is het ook vrij rustig.
Bij de bomen hangen briefjes met wensen. Heel apart schrift hebben ze hier; het lijkt helemaal niet op het Indiase schrift. We bezoeken verschillende stupa’s en de heilige ‘Bodhi Boom’ die op de plek Sri Maha Bodhi staat.
Onder deze heilige boom ontving Boeddha zijn verlichting in Buddhagayain India.
Toen het Boeddhisme in de 3-de eeuw voor Christus vanuit India over Sri Lanka verspreid werd, is hier een stekje van de boom geplant. Hierdoor is Anuradhapura voor Boeddhisten een belangrijk pelgrimsoord geworden. We branden een olie lampje voor de moeder van een goede vriendin van ons die vlak voor ons vertrek overleden is. We denken veel aan onze vrienden ook al zijn we ver weg.
We zien een monnik die in gebed langs de stupa loopt met wierook in zijn hand die hij elke zoveel meter even ergens tegenaan tikt. We bezoeken de ruïnes van een eeuwen oud klooster en komen bij Jetarana Viharaya. Deze rode bakstenen stupa staat er van ongeveer 300 na Christus. Echt imposant. Het is het grootste gebouw van baksteen ter wereld vertelt Sarath ons trots.
Tijdens onze rondrit stoppen we nog bij een boom die helemaal vol vleermuizen hangt. Indrukwekkend, ook de geluiden! We zien een Ratufa Macroura; een Sri Lankaanse reuzen eekhoorn die ons nieuwsgierig aankijkt. Verbazend hoe hier de vele honden, katten, apen etc. redig naast elkaar leven. Nog geen gevecht tussen dieren gezien.
Aan het einde van onze tocht beklimmen we nog heel wat trappen.
We komen dan op een soort plateau vanwaar je weer verder kunt klimmen, o.a. naar een Boeddha en nog een stupa. Sommige traptreden zijn flink uitgesleten zodat je je echt heel goed vast moet houden. Het uitzicht boven is geweldig!
Tegen vieren zijn we weer bij het hotel. Even bijkomen. Jans camera doet moeilijk, en we vrezen met grote vreze, maar gelukkig blijkt het vocht te zijn wat achter de batterij is gekomen. Als dat ontdekt is kunnen we de filmcamera laten luchten en drogen en doet deze het weer.
We komen dan op een soort plateau vanwaar je weer verder kunt klimmen, o.a. naar een Boeddha en nog een stupa. Sommige traptreden zijn flink uitgesleten zodat je je echt heel goed vast moet houden. Het uitzicht boven is geweldig!
Na een goed ontbijt vertrekken we uit het Palm Garden Village Hotel richting Habarana (kaart). We rijden een poos, langs diverse meren. Erg mooie vergezichten, bomen en rijstvelden. Ik kan niet meer onthouden waar we precies geweest zijn, maar het waren veel ruïnes en erg veel Boeddha’s. De ruïnes waren niet allemaal even boeiend, maar de Boeddha’s waren dat wel. Diverse Boeddha’s zijn uit de rots gehakt, wat je goed kunt zien omdat de structuur van de steen in de Boeddha doorloopt.
We zien veel vogels; ooievaars, pelikanen, en grote varanen. Veel apen ook weer, verschillende soorten ook. Vermakelijk is dat de apen bij de ruïnes ook echt hun apenspel spelen. Ze zwiepen van de ene boom naar de andere, en hebben grote lol. Het lijkt echt jungle boek! Ze zijn de koningen tussen de ruïnes van paleizen en tempels. Bij een meertje komen we een leuk meisje tegen, en eindelijk heb ik wat van de speelspulletjes bij me. Ze krijgt een poes sleutelhanger en een stuiterbal en is daar erg gelukkig mee. Op een gegeven moment zien we aan de overkant van het meer 4 wilde olifanten lopen. Dat is toch wel heel bijzonder, om ze zo in het wild te zien. Ze kunnen lekker zelf uitmaken waar ze heen gaan.
Tussen de middag eten we in het Pollonaruwa Resthouse waar koninging Elisabeth ook geslapen heeft toen ze hier op visite was in Sri Lanka, zo’n jaar of 55 geleden. Het is een grappig oudbollig Engels ding, maar Elisabeth zou het wel nog wat opgeknapt willen zien denk ik, voor ze hier weer gaat slapen.
We komen een bus monniken tegen die op pelgrimage zijn. Goed weer gelukkig vandaag. Droog. Al is het wel benauwd vochtig warm. Je hoeft weinig te doen voor het zweet je over het lijf loopt. Een Boeddha, een grote staande, heeft in zijn oksel honderden of misschien wel duizenden vleermuizen. Heel grappig om te zien, maar men is er niet blij mee, want hun uitwerpselen zijn slecht voor de Boeddha.
Ergens aan een rivier zien we een gezin de was doen. Ondertussen spelen de kinderen inde rivier. De chuk chuk staat erbij. Leuk gezicht! We eindigen met een paar Boeddha’s die uit de muur gehouwen zijn. Erg mooie. Een grote liggende ook. Uit zijn arm is een stuk weggeschoten door een Engelsman, een paar jaar geleden. Men zegt dat snel erna een olifant kwam en dat daarna van de heiligschenner nooit meer iets vernomen is.
Op weg naar huis zien we nog een wilde olifant langs de kant van de weg. Hij is net overgestoken en loopt langzaam het woud weer in. Sarath heeft een Ayurvedische massage voor ons geregeld. We laten ons lekker verwennen 1,5 uur lang. Het is fijn, maar wel onrustig. Deur open, deur dicht, gepraat, maar het 2e half uur wordt het gelukkig rustiger.
We overnachten in Chaaya Village. Weer een geweldig mooie kamer. Verder hebben we er nog niet veel van gezien, want we zijn in het donker aangekomen. Wel worden we weer uiterst vriendelijk ontvangen, met een lekker fris fruitdrankje. s Avonds eten in het restaurant; wat een mensen ineens! Tot nu toe amper een andere toerist gezien, maar hier zijn er veel. Maar je ziet ze alleen bij de maaltijd; het is een groot complex, maar zo ingedeeld dat je elkaar amper ziet
Vroeg uit de veren na heerlijk geslapen te hebben. Op tijd ontbeten. Lekker ontbijt buffet met veel eekhoorntjes, die proberen ook wat eetbaars te bemachtigen. Leuk!
We rijden naar Sirigia (kaart). Een grote rots, in vrij vlak land. Volgens Sarath is er hier ooit een meteoriet ingeslagen waardoor de berg ontstaan is. Ons wacht een hele klim; 1200 treden de Leeuwenrots op. Het fort op de top van de rots is gebouwd in de 5de eeuw na Christus en deed dienst als de Koninklijke citadel. Ik zie er tegenop, maar de beklimming valt gelukkig mee. Af en toe even pauzeren en van het uitzicht genieten. Na een paar honderd treden komen we via een wenteltrap aan bij een aantal mooie fresco's die zich onder een overhangende rotswand bevinden.
De 'jonge dames van Sirigiya' (zo heten de fresco's) zijn nog met 20. Men vermoedt dat het er vroeger meer waren. De fresco's zijn bijzonder goed bewaard gebleven. De dames hebben allemaal ontblote borsten op ééntje na (vermoedelijk een dienstbode). We redden het, de 1200 treden naar boven en dan weer ...... naar beneden. Terug een andere route dan heen. Ik kon haast niet geloven dat we al beneden waren! Dat lijkt nog geen derde van de afstand naar boven.
We drinken ergens koffie. De gewone zwarte koffie is hier niet echt heel lekker maar de Nescafé is hier een welkom drankje voor ons.
's Middags volgt een olifanten rit. Enigszins toeristisch uiteraard, maar we vonden het toch wel leuk. We hadden de olifant voor ons samen. Een jongen liep mee om foto's te maken. Hij vond het helemaal leuk. Ik geloof dat hij er 43 gemaakt heeft. Veel leuker zo, dan 2 lelijke dure foto's kopen bij een fotograaf voor toeristen die die je meestal bij zulke uitstapjes vindt. De rit ging een stukje over weg, door groen en door water. Leuk de waterbuffels te zien liggen in het water. De bekende witte vogels erbij, die de insecten van ze af pikken. De laatste 5 minuten van onze tocht gaat het regenen, maar een paraplu is hier nooit ver weg. Er liggen er zelfs twee op de olifant. Dus onze camera's kunnen we droog houden.
Oorspronkelijk hadden we het plan om aan het eind van de middag nog even het dorpje in te gaan, maar dat ziet er niet heel spannend uit. Daarom besluiten we de rest van de middag bij het hotel te blijven. Lekker wat getut en gelezen. Er bleek WiFi in het hotel te zijn. Heel prettig om vanuit je luie stoel buiten bij het zwembad een mailtje te kunnen schrijven, er een paar foto's bij te doen en hup, met één druk op de knop te kunnen versturen. Jan dacht nog even dat het ging onweren, maar het bleek een troep apen te zijn die over de huisjes sprong! 's Avonds weer lekker eten, maar eerst nog even een wijntje