TravelByPhoto.nl






Reisverslag Nagaland – Assam – Arunachal Pradesh
Northeast India
(deel 1)


Reisverslag Noord Oost India


Nagaland - Assam - Arunachal Pradesh


Inleiding

De Noordoostelijke staten van India: Nagaland, Assam en Arunachal Pradesh vor­men een bijzondere reis­be­stemming. Het zijn staten in een afgelegen zone van India waar India, Zuidoost-Azië en de Hymalayastaten Bhutaan en China samenkomen. Je treft er botsende culturen aan, verschillende klimaten, landschappen en volkeren.

...

Er zijn niet zo veel plaatsen meer in de we­reld waar de land­kaarten witte vlek­ken vertonen, besneeuw­de bergen naam­loos en niet beklommen zijn, heu­vel­top­pen gevuld zijn met oer­bos­sen, neushoorns leven in moerassige gras­landen en voormalige kop­pensnellers wonen in on­be­dorven tribale dorpen met longhouses, maar het Noord­oosten van India is zo'n plek.

Nagaland, Assam en Aru­na­chal Pradesh zijn relatief on­bekende staten en als toeris­tische bestemming nog niet echt op de kaart gezet. Slechts een paar honderd buiten­land­se toeristen per jaar weten deze gebieden te vinden. Veel toeristische voor­zieningen zijn er daarom niet, de logies ac­com­modaties zijn nog heel basic en de wegen zijn slecht. Dat zal allemaal veranderen, maar nu is nog de kans om het oorspronkelijk leven te ervaren. Een hele goede re­den voor ons om juist deze reis­bestemming nu te kie­zen.

Deze reis belooft een heus avontuur te worden. Zeker ook voor ons. We reizen met z‘n tweeën en laten, in tegen­stelling tot eerdere jaren, onze reis niet organiseren door een reisorganisatie in Nederland. Tijdens onze Ladakh reis hebben we kennis gemaakt met Henk Thoma van Vajradhara Travel Ser­vices. We kregen een heel goede indruk van zijn orga­nisatie, zijn service en toewij­ding en het enthousiasme en de ken­nis van zaken van zijn mede­werkers. Omdat infor­matie over en het reisaanbod naar het Noord-Oosten van India beperkt is besloten we Henk te benaderen voor informatie en advies. Het heeft uit­ein­de­lijk tot een opdracht ge­leid. Een gouden keuze kun­nen we nu wel zeg­gen. Henk en zijn relaties in Delhi en Arunachal Pradesh hebben voor een geweldig reis­pro­gramma en een vlek­keloze organisatie gezorgd.

...

Route week 1: Dimapur • Kohima (Hornbill festival) • Mokok­chung • Mon

Route week 2: Mon • Dibrugarh • Pasighat • Along • Mechuka • Along

Route week 3: Along • Daporizo • Ziro • Nameri • Dirang • Tawang

Route week 4: Dirang • Nameri • Kaziranga • Majuli • Dibrugarh • Delhi

Voor bij het reisverslag 

Als u bij het lezen een foto aanklikt dan wordt deze ver­groot. De foto′s kunnen ver­volgens achter elkaar als dia­show bekeken worden. Als u een link, bij voorbeeld: BAC Voyages aanklikt dan wordt deze geopend. Wanneer ver­wezen wordt naar de kaart van Noord Oost India, dan kan deze op­ge­roe­pen worden door de link: Kaart Noordoosten van India aan te klik­­ken. De in het reis­verslag op­ge­no­men filmclips zijn HD op­na­men. De clips wor­den geopend en kunnen bekeken worden in een apart venster dat vanzef opent als u op af­beelding met het pijltje klikt.

Deel 1 – Nagaland: Hornbill Festival Kohima

Donderdag 28 november

Vandaag hebben we allebei nog een halve dag gewerkt. In de middag ruimen we het huis nog wat op. We con­trol­eren en wegen de koffers en na enig beraad stoppen we allebei nog een pak 2 liter AH wijn in onze koffer. We heb­ben gehoord dat Nagaland - onze eerste bestemming - echt droog­staat wat betreft alcohol. Omdat we geen zin meer heb­ben in koken be­slui­ten we bij Zins te gaan eten. Altijd ge­zel­lig en lekker.

Vrijdag 29 november

Als we in bed liggen spookt het toch wel even in ons hoofd; hebben we alles? Als we ons maar niet verslapen! Maar met 2 wekkers én 2 telefoons moet het wel goed gaan, en zo gaat het ook.

Met de tassen naar de auto. Het geluid van de wieltjes die over de stoep glijden zorgt al voor een vakantiegevoel!

We rijden van Schagen naar het huis van Marjon, onze dochter, in Akersloot. Bram haar vriend zet ons op weg naar zijn werk af bij het vlieg­veld. We zijn prima op tijd. We reizen via Wenen naar Delhi. Vlotte afhan­de­ling aan de incheck balie. Aso dure koffie gedronken (1 cappuccino en 1 gewone koffie samen 8 euro 20!). Dat gaat in India zeker anders worden! Schiphol is altijd leuk. Overal beweging, ren­nende maar ook hele duffe mensen. vliegtuigen die stij­gen en dalen, bevoorraad worden.

...

Het vliegtuig vertrekt ruim 20 minuten te laat uit Amster­dam, terwijl we in Wenen maar 50 minuten overstaptijd hebben... Als we in Wenen ko­men nemen we een enorme spurt. Het valt niet mee, we moeten overal doorheen en langs. Een be­weegbare loopband gaat natuurlijk net de andere kant op! Eindelijk zijn we er. De stewardessen slaan al tegen hun benen van: schiet op! Met de tong op de schoenen spoeden we ons het vliegtuig in. We hebben het gehaald!!

We vertrekken. We hebben een goede plek, met ons twee­­tjes naast elkaar, zonder buur. De maaltijd aan boord is goed. Kip, aardappelen, sla, een klein stukje wortel en een glaasje rode wijn.

Dag 1: Zaterdag 30 november

We komen rond 00.40 uur plaatselijke tijd aan in Delhi. In Delhi is het 4,5 uur later dan in Amsterdam. Pikkedonker is het buiten. We worden keurig opge­haald, en om 2 uur zijn we in hotel Pluto Inn. Een erg fraaie kamer, alleen kunnen we er niet erg lang gebruik van maken. Om 05.00 uur worden we alweer opgehaald.

...

Om 07.00 uur vertrekt het vliegtuig richting Calcutta. Wat een gedoe op het vlieg­veld!! Op onze vlucht naar Delhi met Austrian Airways mochten we tot 23 kg per persoon meenemen. Maar wat blijkt: een chagrijnige dame bij de incheckbalie van Air India deelt ons mee dat op een binnenlandse vlucht maar 15 kg bagage per per­soon meegenomen mag worden!

Wat een ellende! We halen wat spullen uit onze koffers en stoppen het in de hand­bagage. We moeten nog 4 kg bijbetalen, maar dat moet aan de andere kant van de vertrekhal! Dus, een heel eind verderop lopen en be­talen (we blijken het dubbele te moeten betalen omdat we een overstap hebben!). Dan weer terug naar de eerste dame, het bewijs van beta­ling tonen en dan kunnen de koffers eindelijk ingecheckt.

We vliegen naar Calcutta. In Calcutta weer heel hectisch. We moeten overstappen op de vlucht naar Dimapur (kaart), maar op de borden op het vliegveld staan alleen maar verwijzingen in het Indiaas, en dus hebben we geen idee waar we moeten zijn.

Uiteindelijk zitten we toch in het goede vliegtuig. Als het vliegtuig landt en we uit wil­len stappen blijkt er sprake van een extra tussenstop. Een aantal passagiers verlaat het vliegtuig, maar wij moe­ten weer terug naar onze plaatsen. Twee beveiligers controleren alle tassen in de bagageluiken. Van wie is welke tas... Dit alles om te controleren of de mensen die uitgestapt zijn geen bagage hebben achterlaten. Wel terecht natuurlijk. Dan het laatste stukje. Eindelijk landen we in Dimapur - Nagaland (kaart) Op het vliegveld ontmoeten we onze gids. Een aardige, vrij jonge man. Bully (Bengia Mrinal) heet hij. Hij heeft een prima auto bij zich. We rijden me­teen door van Dimapur na Kohima en het is meteen weer India! Heel veel stof en zand. Mensen die met van alles rondsjouwen, en die overal vuurtjes maken. Het is hier 28 graden.

...

Geleidelijk aan rijden we de heuvels in. Het is hier mooi groen. Het is qua afstand een uurtje of 2 rijden naar Kohima, maar we doen er dik 3 uur over. We begrijpen dat het hier altijd wel druk is, maar nu is het extra druk vanwege het Hornbill fes­tival. Bovendien komt mor­gen de president van India, Shri Pranab Mukherjee hier ook heen, om het festival dat dit jaar voor de 50e keer ge­houden wordt, te openen. Arme Bully; hij heeft al 450 km gereden voordat hij ons in Dimapur kon oppikken.

On hotel in Kohima is het Blue Bayou hotel. We hebben een leuke, en erg grote kamer. Ook wel weer echt India. De tafel staat gedekt klaar, 2 luie stoelen die ge­zel­lig uitkijken op.... de deur van de wc. Er is tv en inter­net, maar... Bully waar­schuwt ons dat het wel het beste hotel van de reis is!

We bestellen "vegetable rice" en tomatensoep en ne­men er een door ons mee­genomen wijntje bij. Alcohol mag hier nergens verkocht hebben we gelezen, maar dat blijkt alles behalve waar! We komen een beetje bij van de lange reisdag en gaan vroeg naar bed.

Dag 2: Zondag 1 december

...

Half 7 gaat de wekker; prima. We hebben heerlijk geslapen

Om 7.00 uur zitten we aan het ontbijt. We nemen toast met jam; voor ons 's morgens vroeg nog geen warme kost. De toast is wel taai... Maar ieder­een is even vriendelijk.

De badkamer werkt niet echt logisch. Helemaal rechts is de douche maar uiterst links zit het douche putje. Het water moet daar dus heen, en onder de wastafel door, langs de wc. We proberen de logica hierachter te begrijpen: lukt niet.

Bully staat om half 8 klaar. We rijden naar het Hornbill festival. Dit festival, dat jaar­lijks gehouden wordt van 1 tot 7 december, is van origi­ne geen traditioneel festival, maar wel een festival waar je veel tradities van de ver­schil­lende stammen ziet. Tijdens het festival komen de diverse stammen van Naga­land bijeen in het Kisama Heritage Village (een soort van openluchtmuseum, ca. 10 km buiten Kohima) om daar in hun originele uitdos voor elkaar hun dansen, ceremoniën en rituelen op te voeren.

... ...

Het is onwijs druk onder­weg! Het festival zorgt altijd al voor drukte, maar nu de president komt is het nog drukker. Op elke 50 meter langs de weg staat een gewa­pende soldaat. Bij het festival moeten we door detectie poortjes lopen. Er gaat wel een alarm af maar we mogen toch gewoon doorlopen. We hebben een fraaie zitplaats aan de rand van het podium waar straks de president zal gaan zitten.

Van Bully krijgen we allebei een sjaal van een stam uit zijn thuisstaat Arunachal Pradesh. Ingrid één van de Apatani stam, Jan-Arend van de Nishi stam. Er is een heer­lijk zonnetje.

... ...

De meeste Indiase toeristen zijn net kinderen. Op een groot scherm worden beel­den van het publiek getoond. Als de toeristen zichzelf op het scherm zien gaan ze als gekken naar zichzelf zwaai­en. De volwassenen nog het meest!

Het duurt vrij lang maar dan komt toch de president. Een lange rij krijgers staat voor hem opgesteld als erewacht. Dat is allemaal tevoren gere­peteerd. De rode loper is zeker al 2 x extra aan­ge­veegd. Leuk om dit alles mee te maken. De president is maar een vrij kleine man. We moeten allemaal gaan staan voor het volkslied. Er volgen speeches en de president krijgt cadeautjes. Dan een grote klap op de gong en het festival is geopend.

Allerlei voorstellingen wor­den opgevoerd. Sommigen zijn leuk, anderen minder. De krijgers vinden we het meest interessant. Het is heerlijk weer; precies ons tem­pe­ra­tuurtje. Rond de 25 graden. Eerst alleen maar zon, later af en toe een wolkje.

... ...

Je kunt zien dat het Hornbill Festival voor de stammen zelf een belangrijk hoogte­punt van het jaar is, waar men erg trots op is en waar reikhalzend naar wordt uit­gekeken. Rond 1 uur is het programma afgelopen.

Door de aanwezige stam­le­den wordt na afloop bij hun eigen traditionele Naga hui­zen en morungs ( jongens slaapzalen ) in het festival­dorp uitbundig gezongen en gedronken. We lopen er een tijd rond. Niemand die moei­lijk doet bij een foto. Er zijn veel Indiase toeristen die heel graag zèlf met de krij­gers op de foto willen.

Er is in Nagaland in het ver­leden heel veel strijd tussen de verschillende stammen geweest. Dood, oorlogen, koppensnellers.

De Engelsen konden de stam­men in Nagaland maar moeilijk beteugelen. Daarom werden in het midden van de negentiende eeuw mis­sio­na­rissen naar Nagaland ge­haald. Aanvankelijk kregen ook de missionarissen weinig vat op de stammen, maar uiteindelijk is het toch gelukt de krijgers te bekeren; zo'n 99 procent schijnt hier nu christen te zijn! Veel van de cultuur is met de intro­duc­tie van het Christendom in één klap verloren gegaan. Daarom is dit festival voor de stammen zo belangrijk. Het biedt de gelegenheid om toch nog iets van de oude cultuur en tradities in ere te houden en ook om te verbroederen.

... ...

Met Bully gaan we ergens lun­chen; vegeta­risch en echt Indiaas, erg smakelijk.

Als we weggaan zien we dat er een chili competitie ge­houden wordt... wie de mees­te van de heetste chili's van de wereld achter elkaar op kan eten...Grote, scherpe chili's. De winnaar van vorig jaar heeft er 17 gegeten. Verschillende deelnemers kronkelen bij het naar bin­nen werken van de chili's kotsend over het podium. Als we weggaan komt er een am­bulance langsrijden. Bully denkt dat iemand van de chili competitie afgevoerd wordt ... wat een wedstrijd!

Om een uur of 4 zijn we terug in het hotel. Even een uurtje rust. Vast wat apparatuur opladen en een kop thee drin­ken. We hebben al een gezonde kleur gekregen. En gelukkig geen last van een jet lag.

...

Omdat hier zoveel christenen wonen wordt er ook veel aan kerst en aan kerstversiering gedaan. Zo hangt er een kerst­­krans aan onze kamer­deur en op straat staat een grote kerstboom met pakjes eronder en ook nog ergens een sneeuwpop. De trap­leu­ningen van het hotel zijn versierd met dennen slin­gers. Vreemde gewaar­wor­ding. Hadden we niet ver­wacht, zoveel kerstsfeer in het verre warme India!

Het is hier vrij vroeg donker. Tegen een uur of 5 is het licht echt weg!

In de namiddag gaan we met Bully naar de markt. Een soort kruising tussen carna­val, kerst en het festival. Het is een grote markt! Mensen van hier shoppen en kopen maffe grote brillen en pruiken in alle kleuren. Heel veel troep. Er is weinig dat meer waard is dan een euro. Veel eettentjes ook. Het aanbod sprinkhanen te eten slaan we beleefd af even als het eten van hondenvlees ... Maar we moeten er wèl van slikken!

Ter ere van het festival is in het hotel een festival buffet. Heerlijk eten.

Dag 3: Maandag 2 december

Weer lekker geslapen. Ochtend thee op de kamer genomen. Daarna naar het ontbijt. 8.00 uur vertrek naar dag 2 van het festival.

... ...

Het gaat er op het festival deze dag duidelijk gemoede­lijker aan toe dan toen de president kwam. We zien meteen al fraai uitgedoste mannen dus we kunnen aan de gang met fotograferen en filmen. Als het feestelijk gebeuren begint kijken we een poosje maar na een goed uur hebben we het wel gezien en lopen we wat door het fes­tivaldorp. Het dansen is wel aardig maar op een gegeven moment heb je het wel gezien.

... ...

Er zijn musici uit ver­schil­len­de wind­streken maar soms lij­ken de geluiden op het voor het eerst uit­proberen van de instru­menten. niet alle­maal even fraai en heftig voor de oren. We kunnen ons voorstellen dat het heel bijzonder is als je in een oorspronkelijk dorp rond­loopt maar in een arena als deze komt de muziek niet echt over.

...

Het rondlo­pen tus­sen de verschil­lende stam­men blijft leuk dus we verma­ken ons weer goed in het fes­tivaldorp. Zelf komen we ook regelmatig op de foto; we blij­ken een attractie, men ziet in deze staten niet zo heel veel buitenlandse toeristen.

Tegen enen zoeken we Bully weer op en lunchen we met elkaar. Het is weer érg lekker! Niet te scherp, precies goed. We hebben vanmorgen nog een mooie ketting gekocht.

Na de lunch bezoeken we een dorpje in de omgeving van Kohima. Zomaar een Naga dorpje in de buurt, maar daar­om zo leuk. We lopen er uitge­breid rond. Veel golfplaten zijn in de huisjes verwerkt, maar het doet niet echt gammel aan.

Kippen lopen rond, veel met kuikentjes, en bijna elk huis heeft een hokje met een zwijn erin. Later zullen we ook veel wel loslopende zwijnen zien. De mensen zijn weer uiterst vrien­delijk en doen niet moeilijk over fotograferen.

... ...

De stammen van Nagaland wilden altijd onafhan­kelijk zijn maar dat is niet erg gelukt. Ook in/na de 2e wereldoorlog niet. De Japanners overtuigden de krijgers om in ruil voor onaf­han­kelijkheid aan hun kant mee te vechten. Vervolgens beloofde ook de Indiërs dat zij voor onafhankelijk konden zorgen als ze maar aan hun kant mee­vochten. De uitkomst is voor­spelbaar. De beloofde onafhan­kelijkheid is nooit gekomen. Daarom bestaat er veel boos­heid naar de Indiërs. Nu is er rust, maar helemaal gerust is men ook niet.

Na ons bezoek aan het dorp keren we terug naar Kohima. Lastig rijden voor Bully. Veel files, maar wij zitten op ons gemak achterin.

Dag 4: Dinsdag 3 december

... ...

Half 8 ont­bijt, 8.00 uur ver­trek. Het weer is uit­stekend. Zo'n 25 tot 27 graden in het zonnetje. Je moet er niet zomaar uren in de zon gaan zitten want dan kon je wel eens flink last krijgen. In de loop van de dag komt er wat bewolking maar echt koud wordt het niet.

In de ochtend kijken we weer naar de voorstellingen van de stammen. Er wordt ook een scene opgevoerd waarbij de koppensnellers op jacht gaan naar menselijke prooi. Ze laten zien hoe ze de mensen beslui­pen.

... ...

Op een ge­geven mo­ment een aanval met veel rook en geknal. Ledematen en een afgehakt hoofd worden trots als trofee buit­ge­maakt en meegedragen. Alles wel nep natuurlijk maar met veel passie en enthousias­me gebracht.

We lopen weer heel veel trap­treden op en af in het festival­dorp; we voelen onze rug en kuiten aan het eind wel!

Bij één van de stammen drinken we koffie; de slapste koffie ooit gedronken! Maar het kost dan ook maar 15 roepies, ongeveer 18 eurocent dus. Het cup cakeje van 10 roepies smaakt beter en naar meer.

... ...

Tegen 13.00 uur heb­ben we afge­sproken met Bully. We gaan weer lunchen; deze keer gezamenlijk met de consul generaal van Frankrijk, de heer Fabrice Etienne! We hadden hem al op het festivalterrein zien lopen in zijn nette pak met een idioot grote kralenketting om zijn hals. Hij leek zo'n ty­pische toerist, maar hij bleek dus net die ochtend de ketting officieel omgehangen te hebben gekregen. Het is een vriende­lij­ke en wijze man. Hij komt aan ons tafeltje zitten en we hebben een leuk gesprek. Hij woont en werkt nu 1,5 jaar in India (Calcutta). Daarvoor was hij 4 jaar werkzaam op het consulaat in Birma.

In Birma zijn we vorig jaar ge­weest, dus voldoende gesprek­stof! En wat een baan. Gister­avond had hij nog met minis­ters gegeten. Er zou hier geen alcohol genuttigd mogen wor­den, maar op die avond dus veel Californische wijn en wodka en een minister die liedjes van de Beatles zingt... Hij zegt dat hij zich op zo'n moment wel even afvraagt of hij nou wel echt in India zit.

Na de lunch rijden we terug naar Kohima.

... ...

Voor­dat we de stad bereik­en nog even een tussen­stop bij een lokaal marktje. Ziet er wel even wat anders uit dan bij ons; hondenvlees, heel veel wormen en larven in verschil­lende groottes en kleuren en ... levend ... brr. Zakjes propvol met levende kikkertjes die het zakje uit willen. Muizen in een kooitje. Locale lekkernijen waar we niet heel vrolijk van worden. Maar daarnaast natuurlijk ook veel groenten, aardappelen en fruit.

...

Weinig straathonden hier, dus die hou­den je 's nachts niet uit de slaap. Maar als je op de markt dan zo'n hondenpootje ziet liggen denk je... ga maar weer blaffen dan! Bully vertelt dat in Nagaland alles gegeten wordt wat loopt, vliegt of zwemt, behalve treinen en vliegtuigen. Inderdaad; zelfs vrijwel geen vogels te zien.

's Avonds hebben we ongelo­fe­lijk vieze voeten! Je loopt natuur­lijk de hele dag door zand en stof. Maar geen koeienpoep hier tussen de tenen want er zijn hier vrijwel alleen maar Christenen. Daarom geen koeien op straat. We missen ze wel een beetje; die grote, lome trage beesten die overal tussen­door sjokken.

Deze drie dagen festival waren erg leuk maar nu hebben we wel zin om verder te trekken.

Dag 5: 4 december,  Kohima - Mokokchung

(kaart) Afstand 120 km / 5 uur

...

Op tijd ontbeten. Half 8 ver­trek­ken we voor een rit door het heuvellandschap. Mooie ver­ge­zichten, dorpjes op de top­pen hier en daar. Het is erg groen; vol begroeid.

De wegen zijn erg slecht. Dat hadden we ook al wel gehoord. Veel gedraai om de diepe kuilen heen. Enorm veel stof. Op de planten en bloemen ligt ook een dikke laag. Het is weer lekker weer. Op weg naar Mokokchung bezoeken we 3 dorpjes.

De eerste is vrij saai, het was tot toeristendorp uitgeroepen. Het is ons niet zo duidelijk waarom. Het tweede dorp Tseminyu is wel heel leuk om doorheen te lopen. Oude huizen, veelal opge­lapt met planken en golf­platen. In manden voor de hui­zen ligt van alles te drogen.

... ...

Het derde dorp, Longkhum is een dorp van de AO stam. Veel oorspronkelijke huizen en ook veel christelijke leu­zen. We gaan een huisje binnen waar oudere mensen wonen. Aardige mensen. Kinderen zijn aan het vliegeren met eigengemaakte vliegers van kran­tenpapier.

...

Tegen half 5, het is bijna don­ker, komen we aan in Mokukchung. Er is maar één hotel h­ier: Hotel Metsüben. Een ruime kamer krijgen we, waar je ook koffie en thee kunt zetten. We hebben trek! Eerst bestellen we vast een portie frietjes op de kamer; lekker! Glaasje wijn erbij. We eten in het restaurant rijst met curry en groenten. Lekker. We vragen een extra handdoek, want er ligt er maar één op de kamer. De waterkoker doet het goed maar opeens doet de elektriciteit het daar niet meer dus maar wat andere stopcontacten geprobeerd tot het wel weer lukt. Lekker kopje nescafé. De douche laat ons de keuze tussen verbranden of bevriezen; er is geen tussenweg.

Dag 6: Dondersdag 5 december, Mokokchung -Mon

(kaart)

Goed geslapen ondanks èrg harde bedden! 6.10 naar het ontbijtzaaltje. Half 7 vertrek naar Mon. Lange rit, zo zei Bully al. ... ...

We rijden over fraaie heuvels over een érg slechte weg! Alles is bebost en groen. We blijven ons verbazen over de tekenen van het christendom. De rode kerststerren, sneeuwpoppen en heftig versierde kerstbomen. Terwijl het vandaag sinterklaas is. We stoppen onderweg in een dorpje en nemen een kijkje in één van de huizen. De huisjes zien er erg schoon uit en de mensen hebben veel keuken­spullen. Ze maken een open vuur in de kamer waar een grote open vuurplaats is. Het plafond is helemaal zwart geblakerd.

... ...

De bergen met alle ver­schil­lende lagen zijn zo fraai! Maar wat een stof! Met een stof allergie heb je hier niets te zoeken. Leuke dorpjes hier. De huizen zijn meestal zó tegen de helling aangeplakt, en één kant staat dan helemaal op palen. Veel mensen met manden met takken en sprokkelhout gevuld op hun rug. De band van de mand loopt over hun voorhoofd.

Op een gegeven moment gaan we over de grens en komen we in Assam. Onmiddellijk veran­dert het landschap en de men­sen. De meeste inwoners van Assam zijn hindoe en dat merk je meteen. Overal tem­pel­tjes en natuurlijk weer koeien op straat. We hadden ze gemist. De weg is een stuk beter maar dat blijkt van tijdelijke aard. Tussen de middag ergens een goede lunchplek gevonden. Rijst, dal, etc. In Assam beginnen ook meteen de thee plantages. We horen dat de pluk eigenlijk zo'n beetje afgelopen is. De restjes worden nog geplukt, maar daarna worden de stuiken gesnoeid. In maart begint de pluk dan weer.

... ...

Een erg lange rit dus vandaag; om half 7 vertrekken we en om 5 uur komen we pas in Mon aan. Ons hotel blijkt het enige hotel of liever gezegd guest­house in Mon te zijn; Hotel Paramount. Het hotel wordt bestierd door een oude vrouw en dat lukt haar prima. Ze heeft alles onder controle. We zijn gewaarschuwd dat het erg basic zal zijn, maar eigenlijk valt het nogal mee. Hard maar schoon bed en een badkamer met wc en nog wat andere zaken. Hier houden we het zeker 2 nachten uit. We hebben aanvankelijk zelfs elektriciteit.

Later valt de elektriciteit uit. We krijgen een kaarsje en een extra zak­lamp voor op de kamer.

... ...

Als we 's a­vonds Bully uit­leggen dat het sinter­klaas is, en wat dat bete­kent, komt als surprise een koning Aap groep de eetzaal van het hotel binnen! En nog met Sinterklaaspakjes ook! Ze nodigen ons uit voor een bonte avond sin­terklaas dobbelen, maar wij bedanken en genieten van de zijkant mee van hun feestavond. Heel veel kabaal, maar om half 11 is alles weer keurig stil.

We hebben een kamer naast de keuken en eetruimte. De vloer is van beton. Als de zware houten stoelen verschoven worden zorgt het voor veel kabaal. 's Morgens om 6 uur ontbijt de Nederlandse groep en is er weer een grote verschuiving in de eetzaal naast ons.

Naar Deel 2: Via de Koppensnellers de Bergen in Naar Mechuka!