TravelByPhoto.nl









Reisverslag West Papua
DEEL1


 ...

Inleiding

Indonesië als reis­be­stem­ming is ons erg goed beval­len. Onze reis (via Bali) naar Sumba en Flores in 2015 was een groot succes. Net als ons andere favoriete reisland India, is het eilan­den­rijk Indonesië een enorm ge­dif­fe­ren­tieerde reis­be­stem­ming. Geen ei­land is het zelf­de. De natuur en culturele verschillen per eiland zijn enorm. Er valt kortom veel voor ons te ont­dekken en te beleven.

...

Jan-Arend heeft van oudsher de hei­me­lijke wens om Iran Jaya, West Papua zoals het tegen­woordig genoemd wordt te bezoeken. Nu is de kans om die wens in ver­vul­ling te laten gaan. 

We houden allebei van avon­tuurlijke reizen naar min­der toeristische gebie­den waar we nog de kans lopen iets van het oor­spron­kelijke leven te­­gen te ko­men. Nou, met dat in ons achterhooft, zitten we in West Papua wel goed. 

We brengen een bezoek aan Rama Tours in Amsterdam. Een goed klein reisbureau waar men met persoonlijke aandacht en veel kennis van zaken een prachtige reis voor ons samenstelt. We rei­zen met z'n tweeën. Rama tours heeft veel ervaring met het orga­ni­se­ren van in­dividuele Indo­ne­sië reizen. Papua is wel een erg dure reis­bestem­ming merken we. We zullen deze reis ook veel ver­plaat­sin­gen per vliegtuig moe­ten maken omdat er geen doorgaande wegen zijn die het eiland doorkruisen.

West Papua bevindt zich op de Indonesische helft van het op één na grootste ei­land ter wereld. Tijdens deze bij­zon­de­re, actieve en vooral avontuurlijke rond­reis be­zoe­ken we als eerste Biak, een eiland aan de Geel­vinkbaai. Daarna ver­ken­nen we de omgeving van Ja­ya­pura, het vroegere Hol­landia, de hoofstad van West Papua. Hoge bergen met dicht oerwoud scheiden de kustgebieden af van de bin­nen­landen. De Baliem­vallei is de grootste en best begaanbare vallei van Papoea. Door zijn geïso­leer­de ligging werden de stam­men die de vallei bewonen pas in 1938 ontdekt. Veel Tradities hebben weten te overleven. De Vallei is daar­om onze volgende reisbe­stem­ming. We maken een meerdaagse voettocht door de Ba­liem­val­lei en maken kennis met de unieke cul­tuur, de feesten en gebrui­ken van de Dani´s. Daarna door­ploe­gen we het oer­woud in het Arfak gebergte bij Manokwari in een zoek­tocht naar paradijsvogels en we sluiten onze reis ont­span­nen af op de eilan­den­groep Raja Ampat, het ei­land Kri, een van de mooiste duik­ge­bie­den van de wereld waar we boven het koraal en tussen de haai­en snor­kelen. Kortom genoeg te beleven, te vertelen en te laten zien.

...

Voor bij het reisverslag 

Als u bij het lezen een foto aanklikt dan wordt deze verg­root. De foto′s kunnen ver­volgens achter elkaar als diashow bekeken worden. Als u een link, bij voorbeeld: Rama Tours aanklikt dan wordt deze geopend. Wanneer verwezen wordt naar de kaart van Indonesië, dan kan deze op­ge­roe­pen worden door de link: kaart van Indonesië aan te klik­­ken. De in het reisverslag op­ge­no­men filmclips zijn HD opnamen. De clips wor­den geopend en kunnen bekeken worden in een apart venster dat vanzef opent als u op af­beelding met het pijl­tje klikt.

Dag 1: zondag 4 september

We hebben de aanvang van onze reis aangepast aan de trouwdatum van onze neef Nanne met Kirsten. Zij trou­wen op 2 september. Aansluitend op hun heel geslaagde trouwfeest gaan we op zondag 4 september op pad. Eerste halte: Schip­hol voor de vlucht naar Jakarta. Geen problemen met de trein gelukkig dus we zijn ruim op tijd.

Bruidspaar Nanne en Kirs­ten vertrekken vandaag ook voor hun huwe­lijksreis naar Sri Lanka. We ontmoeten ze nog even op Schiphol en kun­­nen ze een geweldige reis toewensen.

We vertrekken op tijd, met Garuda Airlines. Thuis kon­den we al in­check­en, maar stoelen aanpassen bleek on­mo­ge­lijk; er waren maar 2 plaatsen die gereserveerd konden worden. Niet eens naast elkaar. Balen; het is toch een lange vlucht. Bij het inchecken van de baga­ge blijkt er gelukkig een be­hulpzame dame te zitten. Zij kan ons toch nog plaat­sen naast elkaar geven.

Onze nieuw toegewezen zitplaatsen zijn helemaal achter in het vlieg­tuig. Helemaal niet verkeerd. Echt een super plek met veel ruimte en de stoelen die gelukkig ook op de laatste rij te verstellen zijn. Het is een lange vlucht naar Jakar­ta. Ruim 12 uur! We slapen niet veel maar met wat mu­ziek en een film gaat de tijd toch weer relatief snel voor­bij. Het is een kwestie van je er aan overgeven!

Dag 2: Maandag 5 september

Als we in Jakarta aankomen worden we opgewacht en naar ons hotel gebracht. We vliegen de zelfde avond nog door maar wel uren later. Daarom is het erg lekker dat er een grote dag kamer ge­re­geld is zodat we niet op het vliegveld hoeven te blij­ven hangen.

...

De tv op de kamer staat al aan is ken­ne­lijk gewoonte hier, we komen het meer tegen). Tot onze verbazing staat op de tv een oproep tot het zoeken van poke­mons in het hotel. Daar kun je een plak cake mee verdienen ... maar uh ... nee, wij zijn niet zo van de Pokemons.

We blijven op onze kamer tot 18.00 uur. Op het vlieg­veld moeten we nog wel een tijdje wachten, maar het is een modern en schoon vlieg­veld. Genoeg stoelen, ruim opgezet. We zingen het er wel even uit.

Het vliegtuig is vol. Eerst een paar uur vliegen naar Makassar, en dan verder naar Biak Papua.

Dag 3: Dinsdag 6 September

Na een voorspoedige vlucht komen we vroeg in de och­tend aan in Biak (zie kaart) . We zijn wel een beetje duf van alle vlieguren. Van sla­pen onderweg kwam niet heel veel maar verder ging alles voorspoedig.

Het eiland Biak heeft maar een heel klein vliegveld. De bagage wordt al snel aan­geleverd via een klein lo­pend bandje. Het busje staat voor, we worden naar ons hotel gebracht. Het is maar een hele korte afstand; ei­gen­lijk gewoon loop­af­stand naar het hotel.

...

Het Asana Biak hotel waar we logeren is in 1953 ge­o­pend als hotel voor KLM mede­wer­kers en transit passa­giers die hier ver­ble­ven in afwachting van hun volgen­de vlucht. Vroeger logeerde hier dus de be­man­ning van de KLM vlieg­tuigen, nu die van Garuda. En wij na­tuur­­lijk. Het hotel is een beetje vergane glorie, maar toch goed met een mooie tuin met een lekker zwembad uitkijkend op de zee.

Onze kamer doet een beetje oud en vochtig aan, maar de bedden zien er lekker en schoon uit en de airco doet het prima!! Heerlijk koud kunnen we het s nachts ma­ken. We hebben ook een lek­ker privé ter­rasje buiten bij de kamer. Ze zijn het ho­tel overigens wel flink aan het renoveren zien we; ho­pen­lijk blijft de oude char­me na renovatie be­hou­den.

We lopen over de markt. Veel vis hier. We halen geld bij een ATM. Je kunt kiezen tussen automaten die bil­jet­ten van 50.000 of 100.000 roepies ( ong 3.50 en 7 euro) afgeven. Je bent hier al snel miljonair!

We drinken ergens koffie en gaan weer terug naar ons ho­tel. Lekker chillen bij het zwembad naast de zee. Heerlijk om zo rustig de va­kantie te beginnen en de lan­ge reis te verwerken.

... ...

In het hotel blijkt een soort "heel Holland bakt" com­petitie aan de gang te zijn, maar dan op z'n Indone­sisch.

Een stuk of 40 tafeltjes waar overal dezelfde ingre­diën­ten op staan. Er wordt druk gekookt door de dames. Het is duidelijk een competitie. Wie maakt de lekkerste nasi??

Bij het zwembad staan relax bedden. Het hotel zelf heeft geen strand­je, maar het zwem­bad is prima. Lekker fris wa­ter en het uitzicht is prachtig.

's Middags nog even een dutje gedaan op de kamer, daarna weer wat bij het zwem­bad gezeten/gelezen. Zo rusten we wel goed uit!

Er zijn maar weinig wes­ter­se toeristen hier; de mees­ten hier zijn Indonesiër. Een echt gezellig restaurantje is er niet. Een hele grote zaal waar ook wel trouwerijen worden gehouden. Maar als er niet iets speciaals is, is het hier erg leeg.

We krijgen van de plaat­se­lijke agent van Travel Papua ons Engelse reisschema. Het ziet er goed uit.

... ...

Op de kamer kun je eten be­stellen, en dat doet eigenlijk iedere­en. Regel­matig worden er bordjes in de gang gezet. Er is een huispoes die dat ge­luid­je heel goed herkent, en die meteen aankomt slui­pen, kijken of er nog iets van z'n gading is.

Ons terrasje buiten is lek­ker. Wel meer beessies dan we meestal ge­wend zijn, vooral mieren en kleine mugjes. Maar echt veel last hebben we er niet van, en we smeren maar wat deet. Ze hebben hier in de win­kel ook muggenspul speciaal tegen de muggen van hier, dus daar ha­len we ook wat van.

Dag 4: Woensdag 7 September

Heerlijk geslapen. Het ontbijt is voor wat het Eu­ro­pese deel betreft nog­al matig; honing en pindakaas en wat droog brood wat in een roos­ter kan. Thee en koffie staan duidelijk al heel lang op het warm­houd­plaat­je. Maar ja, we zitten nu wel in Papua. En er is wel een lekker eitje! Het Indo­ne­sische ontbijt met nasi en mie ziet er overigens beter uit, maar ja we beginnen de dag nu eenmaal niet graag met een warme maaltijd. 

 Om half 10 worden we op­ge­haald door Matthew en Lion onze chauf­feur en gids van vandaag. Met een goede auto trekken we er op uit voor een dagtocht oost­waarts op het eiland. ... ...

We rijden tot aan de Japan­se grotten (Gua Jepun). Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Biak door de Japanners be­zet. De bezetting duurde tot in juni 1944. Toen de Ameri­kanen in juni 1944 bij Biak aankwamen, wa­ren de Japanners voorbereid. De Japanse kolonel Naoyuki Kuzume zag de Amerikanen komen en verschanste zich met het leger in de grotten. Eerst woonden daar ove­ri­gens nog oude vrouwen. Zij boden weer­stand. Omdat ze de grotten weigerden te ver­laten werden ze door Japanners onthoofd.

Uiteindelijk brandde de strijd met de Amerikanen los, waarbij de Amerikanen dreigden te ver­lie­zen. Pas toen de Amerikanen de grot­ten begonnen te besto­ken met TNT en vliegtuig­brandstof wer­den de Japan­­ners tot overgave gedwon­gen. De strijd kostte 400 Amerikanen en 4.700 Japan­ners het leven! De omgekomen Japanners zijn hier indertijd allemaal ri­tueel verbrand en hun as is naar Japan gegaan. Ieder jaar wordt er nog een cere­moniële her­den­king gehou­den door Japan­se familie­leden die hier speciaal voor over komen.

Oorspronkelijk was het een grote gesloten grot. Veel is door het geweld en de vlam­men weg­ge­sla­gen waardoor het nu meer een grote open kuil is. We lopen tot in de bodem van de grot. Indrukwekkend. Er hangt een beklemmende sfeer. Het moet hier een verschrik­ke­lijk in­ferno ge­weest zijn! De bomen met hun vele grillige wortels, soms als draden tot aan de bodem, zijn de een­zame getuigen. Vlakbij de grotten is een mini museum­pje en er liggen verroeste bommen en granaten.

... ...

Na ons be­zoek aan de Gua Jepun rijden we door naar Vogelpark Taman Burung waar ook veel orchideeën zijn. De orchideeën zijn helaas niet in bloei; daar moet je hier voor in de­cem­ber komen.

Er worden prachtige vogels met onvoorstelbaar veel felle kleuren bijvoorbeeld felgroene vleugels aan de bovenkant en daaronder dan weer knalrode veren gehouden in het vogelpark. De vogels zijn mooi, maar ook wel triest. Zo'n mooi eiland vol natuur, en zij zit­ten in een kleine kooi. Dat contrast is hier wel heel groot. Je gunt ze de vrijheid.

Het park is ook beroemd om de Kazuari Gelambir Tung­gal vogels die er zijn. De Kazuari is een hele grote loopvogel met een mooie blauwe kop, oranje bef en een hoornen kap. De Kazu­aries lopen wel los rond. We zien er meerdere waaronder een moeder met kuiken. Wel uit­kij­ken. Ze schijnen ge­vaar­lijk te kunnen trap­pen en heel snel te zijn.

... ...

We maken een stop bij een strandje. Er zijn hier leuke vissers­bootjes met houten drijvers/palen voor de ba­lans aan de zijkanten. Het water is on­waar­schijnlijk mooi blauw van kleur en transparant.

We zijn in de tro­pen en Papua is een groen eiland dus ...... ineens begint het heel hard te regenen. Kort maar krach­tig. Echt een tro­pi­sche stortbui van een half uurtje of zo. Koud krijg je het er niet van, maar we moeten de apparatuur wel goed droog houden.

We zien mangrove bossen en huisjes op palen in het water van bin­nen­meertjes bij de zee.

Dan komen we bij een afstervend bos in een grote zoutwaterpoel die is ont­staan toen een grote vloed­golf dit gebied in de jaren negentig van de vorige eeuw onder water zette. Omdat het water niet meer weg kon hebben de bomen het door het zout begeven. Bizar land­schap. Een gezin is met elkaar aan het vissen te midden van de vergane bomen. Hier en daar werken nieuwe boom­pjes zich weer een weg naar boven. De natuur herstelt zich lang­zaam.

... ...

Veel vogels, o.a. witte kraan­vogels.

Langs de kust met hoge kliffen zijn verschillende plek­ken waar groepjes kin­de­ren zitten te vissen. Gewoon met een klos draad met een haakje eraan. En er wordt nog best wat ge­van­gen! We dineren onderweg ergens bij een chinees res­taurant en rijden daarna terug naar ons hotel in Biak. In een enorme supermarkt doen we nog wat bood­schap­pen. Bij het hotel spre­ken we af morgen nog een dagje met de auto naar het strand te gaan.

Dag 5: Donderdag 8 september

Vannacht heeft het flink gehoosd! We hebben heerlijk geslapen in onze super koele kamer.

Bij het ontbijt zien we Matthew, met wie we af hadden gesproken. We an­nuleren het programma van vandaag, want het regent nog steeds en dat zou heel best nog een tijd kunnen duren.

We gaan naar onze veranda, waar we droog zitten. Een lekkere luie och­tend. Tussen de middag is het droog.

... ...

We be­slui­ten een stuk te gaan lopen. Warm hoor! Zweten! We lopen door een lang lint­dorp. Aan beide kanten huis­jes. Kinderen komen net uit school. Iedereen is even en­thou­siast! Allemaal zeggen ze gedag en zwaaien ze. Er zijn veel mini winkeltjes, men­sen die aan de rand van de weg en hun tuin wat proberen te ver­kopen. We denken niet dat ze hier veel Europeanen tegen­komen, ondanks dat we zo dicht bij het vliegveld zitten. Leuk dit simpele dorpsleven. Er zijn kleine strandjes waar vis­sers­boten liggen. Allemaal heel kleinschalig.

Als we terug zijn van de wan­deling lunchen we bij het zwem­bad. Lekkere tem­­pe­­ra­­tuur. We zijn de enigen. Er zijn veel wolken in de lucht, maar het blijft verder droog ge­luk­kig. s Avonds eten we in het restaurant. Het is smakelijk. Wel zijn we weer de enige gasten. Inmiddels zijn we al aardig ge­ac­cli­matiseerd.

Dag 6: Vrijdag 8 september

De dag begint stralend, dus vandaag het dagje met de auto weg.

... ...

We worden op tijd op­gehaald. Eerst nog wat bood­schappen doen in de lokale supermarkt en geld halen. We kopen ook wat lokale muziek cd's om thuis achter de film te kunnen zetten. Dan rijden we een flink stuk noord­waarts.

Het is een brede, maar goede weg. Aan weerszijden kleine huisjes van hout of van steen. Mensen langs de kant van de weg die zwaaien. Uiteindelijk komen we bij strandjes. In de oceaan liggen mini eilandjes. We stoppen bij een strand om te gaan zwemmen. Bij het strand zijn een paar open hutjes van hout, zodat je in de schaduw kunt zitten. Het wa­ter is heerlijk. We smeren ons voor de zeker­heid maar goed in. Langzaam aan zien we de lucht donkerder worden al is de temperatuur nog heer­lijk. Als we uitgestrand zijn gaan we weer naar de auto en rijden we naar Biak terug zijn.

... ...

Al snel begint het flink te regenen. We horen ook on­weer.

Tegen de tijd dat we weer in Biak terug zijn is het weer helemaal droog en komt de zon weer tevoorschijn. We eten in het restaurant. In de grote hal/ restaurantruimte is men druk bezig met het versieren van de zaal. Een witte boog, witte (kunst) bloemen en stapels borden; er is duidelijk een trouwerij op komst.

Na het eten, koffie op de kamer (lekker dat er een waterkoker staat) en vast inpakken. Morgen vroeg op: half 7 vertrekt het vliegtuig naar Yajapura.

Dag 7: Zaterdag 9 september

Heel vroeg opstaan! 4 uur op, half 5 ontbijt, 5 uur naar het vliegveld. Alles gaat voor­spoe­dig. Er is maar 1 wacht­kamer. Alles ziet er verzorgd uit. We vertrekken tegen 7 uur (half uurtje vertraging). Het is mooi weer. De vlucht naar Yajapura (zie kaart) duurt ongeveer een uur. Goede vlucht. Het vlieg­tuig zit vol, maar wij zijn de enige toe­risten.In Yajapura aangeko­men zien we uiteraard een heel wat grotere luchthaven. Het is even druk bij de lopende band, maar alles ver­loopt voorspoedig. Een chauffeur staat klaar met een briefje met onze naam erop. Het is zo'n 1,5 uur rijden naar de stad zelf. Het is warm geworden. Het Swiss Bell Hotel waar we logeren is groot en modern. We zijn vroeg dus moeten even wachten tot er een kamer klaar is. We krijgen een goede kamer met, naar later blijkt, een héérlijke douche! We pakken wat uit en maken een korte wandeling.

Yajapura is geen spannende stad, dat hadden we al begre­pen. Druk, warm en heel veel brommertjes en af en toe een heel nieuw winkel­cen­trum. Niet echt een authentiek gedeelte of zo. We drinken er­gens wat en gaan retour hotel.

... ...

Daarna de rest van de middag heerlijk in de scha­duw bij het zwembad van het hotel gezeten.

's Avonds eten we bij hotel Yasmin, een eindje verderop. Het stond aan­gegeven in de lonely planet. Het ziet er erg oninteressant uit, en alle ta­feltjes zijn bezet met elk maar 1 voetbal kijkende oude man waardoor we maar bij de bar gaan zitten eten. Maar, eerlijk is eerlijk, het eten is érg smakelijk, en eigenlijk heeft het nog wel wat, het sfeertje. Hier kun je nog gewoon bin­nen je sigaretje roken. Wij roken niet hoor en zijn blij dat bin­nen roken bij ons afge­schaft is, maar, zo zorgeloos zonder regeltjes hier heeft ook wel wat leuks.

Bij een verse warme bakker halen we onderweg wat brood­jes voor de vol­gende dag, als we met een chauffeur op stap gaan.

Dag 8: zondag 11 september

Lekker geslapen, en een prima ontbijt.

Om 10 uur worden we opge­haald door de chauffeur. Er is even een mis­verstand over waar we naar het strand gaan, maar uiteindelijk gaan we toch naar het strand wat in het reisschema staat; Tab­lanusu. Het is zo'n 2 uur rijden vanaf het hotel. Een mooie rit dwars door de bossen. Het is zondag van­daag. De mensen hebben zich mooi aangekleed voor de kerk. De kerken zitten vol!

Het strandje is een kiezelstrand, maar toch lekker en de duik is weer ver­frissend. Wat is het zee­wa­ter hier toch lekker! Als dat in Nederland eens zo zou zijn ... verkoelend zonder dat je echt door moet komen.

Als we weer weggaan ruimt Ingid ons afval op, doet het bij elkaar in een plastic zak, en als ze een prullenbak zoekt komt de chauffeur naar haar toe en neemt de zak uit haar handen .... om de zak tenslotte een paar meter verder gewoon midd­en op het strand te zet­ten! Wat jammer toch dat ze hier nergens afvalbakken hebben en dat ze zo alles maar in de zee laten verdwijnen!! Glas, alles vind je hier op de stranden. Wij hebben dus voor de zekerheid wel steeds waterschoentjes aan.

...

Er zijn mooie donkere wol­ken, maar het regent maar heel even. We zien een ka­ka­­toe vliegen en we zien zee aren­­den. Bijzonder!­

Aan het eind van de dag zijn we weer bij ons hotel.

We zoeken onze spullen wat uit; bij onze vlucht naar Wame­na mogen we maar 10 kilo de man meenemen (alle andere vluch­ten waren met Garuda en dan mag je 30 kilo max mee­ne­men).

We laden onze batterijen alle­maal op en laten de grote kof­fers achter in het hotel (zullen vervoerd worden naar ons vo­lgende hotel als we terug­ko­men uit de Baliemvallei).

naar: Deel 2 : De Baliemvalei