TravelByPhoto.nl









Reisverslag West Papua
DEEL2


 ...

Reisverslag Irian Jaya/West Papua(deel 2)

Voor bij het reisverslag 

Als u bij het lezen een foto aanklikt dan wordt deze vergroot. De foto′s kunnen vervolgens achter elkaar als diashow bekeken worden. Als u een link, bij voorbeeld: Rama Tours aanklikt dan wordt deze geopend. Wanneer verwezen wordt naar de kaart van Indonesië, dan kan deze op­ge­roe­pen worden door de link: kaart van Indonesië aan te klik­­ken. De in het reis­ver­slag op­ge­no­men filmclips zijn HD opnamen. De clips wor­den ge­opend en kunnen bekeken worden in een apart venster dat vanzef opent als u op af­beelding met het pijl­tje klikt.

Dag 9: zondag 12 september

We staan op tijd op. Na het ont­bijt laten we koffers ach­ter in het hotel. OM half 8 worden we opgehaald voor de rit naar het vliegveld. Poosje wachten, 10.40 uur de lucht in. Een klein uurtje vliegen en we zijn in Wamena. (zie kaart) Alles is erg groen hier.

Er is voor de Balievallei (zie kaart) een speciale permit nodig. We moe­ten op het vliegveld daarom eerst een stempel laten zetten op ons visum voor deze vallei. Alle papieren zij in orde en onze gids en auto staan klaar. Het is maar een kort ritje naar hotel Pilamo.

Voor de deur van het hotel staat een oude man met alleen een penis­ko­ker om. Rufus, onze gids waar­schuwt ons er voor; de man­nen bij een hotel vragen extreem veel geld voor hun sou­ve­nir­tjes en een foto. Niet doen er komen nog genoeg mooie echte foto­momenten. Hadden we zelf ook al wel een beetje bedacht.

Om 13.00 zouden we met een soort Bicak, een 1 persoons riksja, op stap. Maar het is een islamitische feestdag vandaag en daarom lukt dat volgens Rufus niet. Daarom heeft hij een auto geregeld.

... ...

We stop­pen bij een kleine markt. Veel lokale men­sen die er fraai uitzien. Ze dragen vrij­wel allemaal zelfgehaakte tassen. Ze kijken wel wat sja­cherijnig, vinden we. We kij­ken wat rond en gaan dan door naar een koffie­plan­ta­ge.

Dat is weinig spannend. Er wordt hier niet gewerkt, maar er is alleen een schuur als ver­zamelplaats van kof­fie­bo­nen in zakken, die vanuit de wijde omgeving hierheen ge­bracht worden.

Er zijn 3 meisjes. Eén van hen heeft ook zo'n mooie ge­haak­te tas op haar rug. Daar blijkt een 2 maanden oude baby in te liggen. Babies en veel bood­schappen worden in deze ster­ke tassen gedragen. Ze wor­den ge­dra­gen met het hengsel als band over het hoofd.

... ...

We maken een wan­de­ling door de velden. De lucht wordt donker maar het blijft droog.

...

Na een leuke wandeling terug naar de auto. We eindigen on­ze tocht vandaag weer op de markt.

Vrouwen verkopen hele klei­ne porties groenten zoals bloem­kool, wortels, knollen, zoete aardappelen, manda­rij­nen.

We lopen wat rond en Ingrid koopt zo'n sterke tas bij vrou­wen die druk aan het haken zijn. Leuk om het di­rect van ze te kopen. Je ziet de vrou­wen overal haken, zelfs als ze lopen. Soms met een echte haak­naald, soms ook haken ze met een klein takje.

... ...

Na ons markt­bezoek terug naar het hotel. Vanuit het hotel lopen we nog naar een super­markt. Wel heel bijzonder om in de super­markt af te rekenen naast een naakte man die alleen een peniskoker om heeft en ook gewoon nog even wat laatste bood­schappen in de super­markt heeft gedaan.

... ...

Helemaal aan het eind van de middag gaat het wat re­ge­nen. We heb­ben er geen last van.

Morgenochtend 9 uur weer op pad. s Avonds in het hotel ge­geten. Was smakelijk. Het is in Wamema s avonds be­dui­dend frisser dan aan de kust, maar Wamema ligt dan ook een stuk hoger. Er zijn hier wel wat muggen en Ingrid is al een paar keer ge­stoken. Deet smeren dus maar.

Dag 10: maandag 13 september

Het ontbijt is goed. Naast uitgebreid In­do­nesish, di­ver­se soorten brood om te roosteren, jam, boter, yog­hurt, fruit en op verzoek een omelet.

... ...

Om 9 uur vertrek­ken we. We rijden een stuk met de auto voor­dat we gedropt worden en verder gaan lopen. De wan­deling kent steile stuk­ken maar is vooral lastig door de natte glibberige paden waar we overheen moeten. Varkens lopen los rond en hebben het goed hier; zo zou je ze het de varkens in Nederland ook gun­nen. Wroeten in de aarde en door de plassen lopen. Af en toe zijn er hutjes, nog vol­op in gebruik als woning, maar we zien ook al wel de nodige gewone stenen huis­jes. Ook hier is er in de loop der tijd al veel veranderd en gemo­der­niseerd.

... ...

We komen mensen tegen die onderweg zijn naar de akkers en spe­len­de kinderen. Vrou­wen met van die mooie grote karakteristieke tas­sen sjou­wen lopend enorme vrachten met zich mee. Uiteindelijk klim­men we door de rimboe naar een waterval. Dat is érg glibberig!

Het regent hier vrijwel elke dag ergens, dus altijd blubber. Bij de wa­ter­val zijn ook men­sen die een soort bijbel groep­je in de natuur vor­men. Er staat een vrouw met een bijbel waar ze uit voorleest. Er wordt gezamenlijk gebeden en gezongen; op de i pad staan de teksten ....

We waden door het water van de rivier en glibberen nog wat door.

Tus­sen de middag lunchen we ergens waar maar 1 ander ta­feltje bezet is; het blijken Nederlanders te zijn. De eer­ste Nederlanders die we te­gen­komen.

... ...

Na de lunch vertrekken we naar een Dani dorpje. Leuke wandeling door de vallei. Over smalle paden en over gam­me­le houten loop­bruggetjes - duidelijk gemaakt voor lokaal ver­keer hier - steken we een aantal malen de rivier over.

...

De dor­pen van de Dani hebben een in­gang met een deur in een hek van takken. Boven de ingang is een groot dak bevestigd in de vorm van een maan­sikkel met beide pun­ten naar de grond gericht. De Dani hebben hun dorpen afgerasterd om zich te be­scher­men tegen indringers, andere stammen. Dani huizen worden gekenmerkt door­dat de mannenhuizen rond zijn. De vrou­wen­hui­zen zijn lang­werpig. De kinderen slapen in de vrouwenhuizen. De man­nen slapen bij elkaar in één huis en de vrouwen ook. Getrouwde Dani's slapen nooit samen in één huis.

Op de huizen is een dik rieten dak. Rietplanten zoals pa­py­rus groeien volop in de Ba­liem-vallei. Doordat het dak zo dik is blijft het lekker koel binnenshuis terwijl het buiten 30 graden is. Daarnaast zijn er hokken voor de varkens (hoe­wel ze overdag altijd los lo­pen) en een kookhut. Er woont altijd maar 1 familie in zo'n dorpje.

Verschillende generaties: (groot)ouders, kinderen en kleinkinderen bij elkaar.

Helaas gaat het net regenen als we het dorpje bereiken. Veel dor­pe­ling­en zijn er niet. Zij werken op de akkers, maar er zijn wel twee ou­dere man­nen achtergebleven in het dorp. We maken met behulp van Rufus een praatje met de mannen en geven hen een paar Kretek siga­retten. De indonesische sigaretten met kruidnagel erin die we steeds bij ons hebben om uit te de­len. De mannen stallen wat koopwaar uit. Penis­kokers, ket­tingen, tasjes. Ze vragen er nogal veel voor. We kopen niets.

... ...

We schui­len nog even bij hen als we zien dat er een opa komt aan­lopen vanuit het buurdorp. Opa is slechts ge­kleed met een penis­koker. Het is een erg aardige man. Als het iets droger lijkt te worden lopen we met hem mee naar zijn dorpje. De oude man be­weegt zich soepel over de kuilen, beekjes en hekjes en steekt daarbij de helpende hand uit naar Jan-Arend.

Een heel speciale ontmoeting. We bewonderen zijn dorpje en worden uitgenodigd in de kook­hut. Onze gastheer haalt een paar - duidelijk gebruikte - peniskokers op uit zijn hut en deze blijken wel redelijk geprijsd te zijn dus we kopen wij er een paar bij hem.

Een peniskoker, holim (Dani) is meestal gemaakt van een fleskalebas, die tijdens de groei in het gewenste model wordt geforceerd. Kalebas­sen worden verbouwd langs de randen van hutten en tuin­hekjes in de dorpen. De kale­bas­sen worden soms een beet­je versierd met wat draad­jes of veertjes. De pe­nis­koker wordt meestal omhoog gericht gedragen; een touw rond de middel houdt de koker in positie. Dit is on­ge­twijfeld met de bedoeling een permanente erectie uit te beelden - een peniskoker is dan ook eerder een accentuering dan een bedekking van de edele delen! Aan de onderzijde wordt de pe­nis­ko­ker met een touwt­je om de bal­zak ge­bon­den.

... ...

Jonge mannen die dage­lijks veel fysieke arbeid ver­rich­ten, dragen lie­ver een korte peniskoker met een brede opening aan de bovenzijde. Het bovendeel van de peniskoker wordt soms als opbergruimte ge­bruikt. Papoea's in de Baliem­vallei dragen hierin bij voorbeeld de rode doek, die bij feesten ter versiering om het middel wordt gewonden. Dergelijke peniskokers staan dagelijkse werk­­zaamheden niet in de weg.

Erg bijzonder dit bezoek en een enorm vrolijke hartelijke gastheer. Later komen er nog 2 kleinkinderen bij. Jan-Arend neemt het op met de video en dat wordt heel leuk en inte­ressant gevonden. Iedereen moet erg lachten als de opnames terug­gespeeld worden. Het is weer droog ge­worden. Foto's maken vindt onze gastheer ook prima.

We worden uitgebreid uitge­lei­de gedaan; "Wa, wa, wa, wa, wa."

...

We lopen nog een stuk voordat we aan­komen op de plek waar we opgepikt zullen worden door de auto. De auto staat er al als we aan­komen en we rijden terug naar Wa­me­ma. Voordat we bij het hotel zijn gaan we weer even langs de markt waar we weer uitstappen.

Daar kunnen we nooit genoeg van krijgen. We vinden mark­ten altijd zo leuk, maar de mensen hier kijken vaak erg zuur dus of ze ons ook leuk vinden .....? We worden meer als indringers beschouwd zo lijkt het. Soms ontdooien de mensen wat als je ze gedag zegt. Maar een echt heel vriendelijke sfeer hangt hier niet.

Wel is er is van alles te zien op deze grote markt. We zien vrou­wen met prachtige veren tooien op, kooplui met wor­te­len, betelnoten, tabak­plak­ken, groenten, fruit, en natuurlijk de tassen die de vrouwen zelf maken. Er zijn hier ook kippen en zelfs ko­nijnen te koop op de markt en natuurlijk vis.

Opeens ontstaat er paniek op de markt. Een enorm tumult. Overal rennende mensen. Rufus zegt dat er een op­stoot­je gaande is. Misschien een uit de hand gelopen ruzie, vechten of dronken mensen? Het kan gevaarlijk uit de hand lopen. We kunnen daarom maar beter vertrekkenen en dat doen we dan ook. Nog even langs de supermarkt, eten, relaxen en morgen de volgende trekking.

Dag 11: Woensdag 14 september

Om 9 uur vertrekken we met de auto vanuit het hotel. Er staan veel men­sen langs de weg. Zij wachten op een 4 wheel drive die hen een stuk mee kan nemen. Geen liften, maar een soort public transport. Heel gewoon hier. We starten van­daag een trekking van 2 dagen door de vallei.

De Baliemvallei is 72 kilometer lang en varieert in breedte van 16 tot 32 kilometer. De vallei wordt omringd door bergtoppen van 2.500 tot 3.000 meter hoog en dankt zijn naam aan de Baliem rivier die door de valei stroomt.

... ...

Na een klein uurtje rijden zijn we bij het begin­punt van onze trek­tocht. Zoals in onze reis­be­schrijving vermeld staat gaat loopt er behalve Rufus een meis­je met ons mee om onze spullen te dragen. Voelt niet makkelijk zo'n jonge meid met onze bagage - ook al hebben we maar weinig bagage mee­ge­no­men - op haar nek, maar ze schijnt de last met het grootste gemak te dragen.

...

De vrouwen dragen hier echt heel veel. Groenten, zware la­dingen zoete aard­appelen maar ook babies. Allemaal in de zelf­ge­maak­te tassen, die zij over het hoofd dragen.

Het landschap door de bergen waar we doorheen lopen is heel mooi. Veel dorpjes omgeven door de kunstig gevlochten heg­gen. Ook hier weer regel­matig een ontmoeting met een fraaie man met slechts penis­koker om, die langs de weg loopt of in de akker bezig is met zijn vrouw.

... ...

Al gauw moeten we de rivier over. Schoenen uit en op blo­te voeten door de stro­ming. Wat doen de mensen hier dat toch allemaal be­hendig! De stroming is best hefitg. Op hun blote kakkies gaan ze door blubber en water met hun zware vracht. Uitglijden ho maar!

Om ons heen zijn mensen aan het werk op de velden. De wan­deling blijkt vrij kort te zijn. Na een ruim uur zijn we er tot onze verbazing al! We ko­men aan bij de homestay. Het is een school voor meisjes.

Ze geven er meisjes uit de omliggende dorpen basis­edu­ca­tie. We hebben een goede slaap­kamer met 2 bedden en een eet­kamer. Buiten op de ve­ran­da staat een bank onder een afdakje.

...

Tja, het is nog vroeg, amper 11 uur. We krijgen een lunch. Er staat niet echt nog wat op het programma en we zitten nog vol energie. Daarom vragen Rufus of we s middags nog een wan­deling in de om­geving kunnen maken. Gelukkig kan dat.

En zo gaan we weer op pad. Over een heel steil pad ver beneden de vallei in en de berg naast ons weer op. We hadden vanuit de homestay al een dorpje met hut­jes in de verte op de andere berg zien liggen, en daar gaan we inderdaad heen.

We ontmoeten verschillende mensen, ook weer mannen met peniskoker. Eentje komt net van het veld met een gevulde em­mer zoete aardappelen, een belangrijk gewas hier. Een an­der komt lachend op ons af met een paar varkens als escorte. Wa wa wa wa zo klinkt het als ont­moetings­groet.

... ...

De hutjes zijn overal min of meer hetzelfde. Groot zijn ze niet.

Leuk om hier zo een nog zo'n oorspronkelijk neder­zetting te lopen waar niet veel veranderd is en ook geen elektriciteit is. Overal om ons heen var­kens. Grote, maar ook hele kleine. De mannen zijn erg pezig. Weinig vet, veel spieren. Het is een avontuurlijke wandeling!

Bij de homestay eten we ook s avonds goed maar daarna is er ook niet veel meer te beleven. het is donker en er is geen elektriciteit. Rond 8 uur gaan we dan ook plat.

Dag 12: Donderdag 15 september

We hebben niet denderend geslapen. De bedden en kussens zijn erg hard, en om de ma­tras­sen zit een laag plastic wat bij elke beweging erg kraakt! Maar, als je zo vroeg al gaat slapen weet je ook wel dat je de hele nacht niet in 1x doorslaapt.

We zijn daarom al vroeg wak­ker, ontbijten met gebakken rijst en om 8 uur gaan we weer op pad.

... De wan­de­ling van­daag zal een stuk langer en las­tiger zijn. Weer het steile pad om­laag, ver­volgens over een hangbrug de rivier over en daarna de berg aan de andere kant van de rivier op.

Ook nu onderweg weer veel men­sen die met hun lading op pad zijn. Kinderen spelen met oude auto­banden, iets wat je in bijna elk land buiten Europa ziet. Dikke pret en grote snot­te­bellen. We kopen nog 2 zelf­gemaakte tasjes van vrouwen die we onderweg tegenkomen.

... ...

Een groot deel van de route van vandaag is voor ons wes­terlingen wel erg zwaar! De klei op de smalle kron­ke­lige bergpaden blijft ei­gen­lijk altijd nat en glad.

Het profiel van onze bergschoenen zit na een paar stappen al vol klei, en dan is het verder glibberen en glijden geblazen! Steeds weer glijden je voeten weg; hoe voorzichtig je ook probeert te lopen.

Veel akkertjes worden hier ver­bouwd met vooral de zoete aard­appel.

... ...

We volgen in de bergen de stroom van de rivier. De rivier is hier en daar erg breed, en ook érg wild. Als je naar de stenen bedding er­naast kijkt kun je je een beetje voorstellen hoe het hier in de regentijd moet zijn! Dan staat het water vele malen hoger!

Na uren wandelen, waarvan een flink deel al modderploeterend steil stijgen en dalen, gaan we de grote kolkende rivier weer over op een hang­brug en niet veel later zijn we bij de auto die ons weer naar ons hotel brengt. Even uithijgen en de apparatuur weer opladen.

Jan-Arend wil graag locale Papua muziek om onder de film te zetten en ergens in een winkel is een jongeman zo vriendelijk om op een SD kaartje Papua muziek te zetten. Hij wil er niet eens iets voor hebben! We gaan nog even naar de supermarkt en doen het verder rustig aan. Veel over­ko­mende vliegtuigen hier. Veel chessna's. Maar dit is ook een gebied waar je alleen met vliegtuigen kunt komen.

Dag 13: Vrijdag 16 september

...

Vandaag beloofd een hele bij­zondere dag te worden. Eén van de meest indrukwekkende ex­cursies die je kan maken in de Baliem­vallei is het bijwonen van een vankensfeest en dat is pre­cies wat voor vandaag op ons programma staat. Om 9 uur worden we op­gehaald bij het hotel.

De lucht is grijzig. Dat is wel jammer. Hopen dat het niet teveel zal regenen van­daag.

Eerst gaan we naar Kampung Sompaima. In deze Kampung wordt een beroemde "Zwarte Mummie" bewaard. De mum­mie is heel bijzonder. Al circa 300 jaar oud en versteend zo lijkt het. ...De Mum­mie ligt niet in een slaapstand maar zit met gebo­gen knieën, handen om de benen en het hoofd fier omhoog. De Mummie is van een belangrijk krijgs­­heer die ge­mum­mificeerd is opdat hij blijvend het welzijn van de stam en de sa­men­leving kan waar­­borgen. Alles is nog herkenbaar, tot aan penis­koker toe.

Bijzonder dat dit zo bewaard is gebleven. We dach­ten dat er wel heel sacraal en eerbiedig met de mum­mie zou worden omgegaan maar dat valt reuze mee! Een van de mannen komt met de mum­my in zijn handen een hut uit; waar willen jullie hem heb­ben? Waar zal ik hem neer­zet­ten? Bijzonder!

Zo gaat het in verre landen vaak heel anders dan je gedacht had!

Rufus heeft ons gewaarschuwd dat we maar beter geen foto's kunnen maken. Ze vragen er meteen erg veel geld voor maar dat valt gelukkig mee. Waar­schijnlijk omdat de excursie vooraf al betaald is en er dus al buiten ons om met geld ge­scho­ven is. Terecht en dus niet erg. Het geld dat verdiend wordt komt immers de hele ge­meen­schap ten goeden.

... ...

Na ons bezoek aan Kampung Sompaima waden wij ons door de blubber naar het aan­gren­zende dorp waar de ceremonies en festiviteiten van het var­kens­feest gehouden zullen worden. De dorpsbewoners zijn van te voren van onze komst op de hoogte gesteld en je koopt voor aankomst een varken. Dat wordt overigens voor ons ge­daan en het varken(tje) is al in het dorp aanwezig voor wan­neer wij komen.

... ...

Voordat we het dorp berei­ken zien we een krij­ger die in een uitkijktoren ge­klom­­men is.

Hij slaakt schelle waar­schu­wen­de kreten uit. De vijand is duidelijk gesig­naleerd! Vanuit de bossen verschijnen woest uitziende traditioneel geklede Papoea-mannen.

Ze voeren een (schijn)gevecht op zoals het er in het - nog niet eens zo verre - verleden uitzag. De mannen gaan elkaar te lijf met speren en pijl en boog. Het gevecht gaat op en neer. Er valt een gewonde. Zeer indruk­wekkend om hun wilde kreten te horen! Het gevecht eindigt met een ron­de dans van alle krijgers rond de uitkijktoren.

... ...

Daarna vertrekken de krij­gers naar het dorp en wor­den wij uitgenodigd hen te volgen. We zijn de enige twee gasten. Voor de in­gangs­poort van het dorp wordt halt gehouden. Met ritmische kreten en stampende danspassen worden we welkom geheten. Dit eerste welkoms ritueel is echt imponerend. Heel indrukwekkend om te ervaren.

Na de dans aan de poort worden we door de mannen uitgenodigd door de poort te komen en het dorp binnen te gaan waar ook de vrouwen in tra­ditionele kleding (grasrok) op ons wachten. Wat volgt is een tweede welkoms dans; maar nu met de vrouwen erbij. ... ...

In dit dorp, dat nog helemaal gebouwd is volgens oude tra­dities, wo­nen nog echt mensen. Natuurlijk is de kleding wel aangepast op de komst van gasten en zullen de vrouwen privé niet in grasrok lopen, maar in grote lijnen gaat alles er nog heel oorspronkelijk aan toe. Oudere mannen lopen immers op het platte land nog steeds vaak met peniskoker. De jon­gere mannen niet meer; die doen dat alleen bij festiviteiten om de tradi­tie in ere te houden. In dit dorp dragen ook de jonge mannen voor deze gelegenheid een peniskoker.

...

Fijn dat we naar harten­lust mogen fotograferen en filmen. Helaas gaat het wel wat spet­teren. Een lieve oude dame (ze heet Wilhelmina, vertelt ze) wil met Ingrid op de foto. Ze laat Ingrid haar han­den zien; van 6(!) vingers is een kootje af­gehakt! Vrouwen drukten in het verleden hun verdriet uit door een aanzienlijk deel van hun vinger af te snijden.

...

Voor de amputatie wordt de bloedsom­loop met een touwtje afgesneden om ze ge­voel­loos te maken. Ver­­volgens werd de wonde dichtgebrand. Het ritueel dient - uiteraard - om de goden gelukkig te stellen. Inmiddels is het gebruik zeldzaam, maar zeker niet uitgestorven hoewel het officieel niet meer mag!

Bizarre traditie waar de vrou­wen de klos van waren!

Ingrid wordt ook nog uitge­no­digd om mee te dansen met de vrouwen. Ze gaat op de uit­no­di­ging in. Waarom ook niet?

... ...

Een vrolijke boel. Wel laten de vrouwen gedurende de dans Ingrid merken dat haar bewegingen een beetje te ongeregeld zijn en wordt zij met zachte hand geleid om hun dansbewegingen te volgen die toch aan bepaalde strikte regels gebonden lijken.

Iedereen is even vriendelijk ..... voor ons; niet voor het varken dat ge­slacht zal gaan worden! We zijn immers op een varkensfeest. Er moet gekookt en gegeten worden! Een klein varkentje wordt uit zijn hok ge­haald. Hij zet het op een rennen maar hij is de klos ... Geen ontkomen aan.

... ...

De mannen jagen hem op en zitten hem ach­ter­na tot dat ze hem uiteindelijk te pakken hebben. Dit is het nare deel van de ceremonie! Het varkentje wordt bij kop en kont gepakt en tussen twee krijgers omhoog gehouden. Met pijl en boog wordt het varkentje gedood. Het duurt best lang voordat hij dood is. Geen aangenaam gezicht. Zijn we niet gewend. We zijn blij als het eindelijk gebeurd is!

...

De mannen zijn druk bezig een haard­plaats te maken. Het vuur wordt op een traditionele ma­nier gemaakt.

Met een touwtje wordt wrijving gemaakt op een tak. Zodra het gaat smeulen wordt het vuur opgevangen in wat stro, verder aangeblazen en naar de vuur­plaats gebracht. Knap; zelfs in de regen lukt het al rookt het flink. Andere mannen zijn on­dertussen met het dode var­kentje bezig. Uiteindelijk gaat het varken op het vuur.

Bijzonder om te zien hoe de oudere mannen de jongere jon­gens leren hoe ze het varken moeten prepareren. ... ...

In de vuur­haard wor­den grote stenen ge­legd. Het bereidings­proces is even simpel als in­genieus. Er is een grote kuil die bekleed wordt met bladeren. Als de stenen door het vuur rood gebakend zijn brengen de dor­pelingen in een gezamenlijke actie de stenen met lange stok­ken die aan het eind gespleten zijn - de steen in het gespleten deel geklemd - over van de vuurplaats naar de kuil.

...

Als dat ge­beurd is wordt het varken he­lemaal in­gepakt en samen met groenten en zoete aard­ap­pelen op de hete stenen gelegd. De kuil wordt daarna verder gedicht met bladeren, hooi en stro. Het ge­heel wordt ook nog eens dicht­gesnoerd met banden. Zo is het een echte oven geworden waarin het var­ken een uurtje suddert tot het vlees gaar is.

Ondertussen is het flink gaan regenen. Ingrid wordt uitge­no­digd in de vrouwenhut.

Jan-Arend gaat met de kin­deren mee naar de rivier waar de kin­deren de in­ge­wan­den gaan schoon­maken.

In de vrouwenhut zijn de vrouwen en de jongere kin­deren. Er zijn vuren aan en de vrouwen zingen en zijn druk bezig met hun haakwerk; de tas­sen. Het is wel benauwd in de hut met dat vuur en de rook. ...Bovendien roken de vrouwen er zelf er ook flink op los! We had­den al gelezen dat de vrouwen hier ook graag roken. Een jochie van een jaar of 8 krijgt ook een sigaret van zijn moeder. Dat kun je bij ons niet voor­stellen; dat je als jochie van 8 een sigaretje van je moeder krijgt!

Ook hier lopen de vrouwen met hun tassen over hoofd en schouders. De mannen hebben over hun bilnaad vaak een rits bladeren of veertjes hangen. De kinderen, evenals sommige vrouwen, hebben indruk­wek­ken­de snottebellen die soms heftig heen en weer gaan ...

In de vrouwen hut laat Ingrid op de telefoon wat filmpjes van klein­­doch­ter Fenna. Ze vrouwen vinden het geweldig leuk. Ze smelten en werpen kushandjes. De foto van schoonzoon Bram met een enorme gevangen kar­per in zijn handen maakt ook hevig indruk!

... Het is leuk dat we de enige 2 toeristen zijn hier vandaag. Toch heel anders als je hier met een groep rond loopt. Nu kun je veel makkelijker contact maken. Jan-Arend zit na terugkomst van de rivier nog een poosje in de mannenhut waar hij ook (drab) koffie krijgt. Het is een bijzonder schouwspel om mee te maken.

...

We nemen nog wat foto's. Inmiddels is het helaas harder gaan regenen. Het varkens­feest biedt de leden van de Dani-stam de kans om wat te ver­die­nen terwijl hun tradities levend blijven. Natuurlijk weten wij dat een excursie als deze een hoog toeristisch gehalte heeft, maar we merken er eigenlijk weinig van en zeker niet tijdens de gezamenlijke maaltijd. Ie­der­een is op­recht be­zig en je merkt ge­woon bij alles dat deze mensen trots zijn op hun afkomst en tradities, deze graag uitdragen en in ere hou­den en overdragen aan de volgende generatie. Festiviteiten als deze waar de hele gemeenschap van profi­teert werken daar zeker aan bij! ...

Voordat we teruggebracht worden naar de auto vor­men de mannen en vrouwen nog een markt­plaats. Men gaat in een cirkel staan en stallen hun zelf­gemaakte koopwaar voor zich uit. Gehaakte tassen, sieraden met botten en schelpen, penis­ko­kers. We kopen een paar din­gen en dan is deze dag weer voorbij.

We worden uitgeleide gedaan door de blubber. Slechts met peniskoker aangeklede mannen pakken ons bij de hand. Zo lo­pen we al glijdend hand in hand, onder een paraplu naar de auto. In het hotel aangekomen zijn we moe en een beetje koud maar het was een heel bijzondere dag De gastvrijheid die we van de Dani ervaren hebben was heel speciaal en om nooit te ver­ge­ten.